Aanwijzingen voor werkzaamheden
Een laserstraal geeft de zaaglijn van het zaagblad aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig in de juiste positie plaatsen zonder de pendelbeschermkap te openen.
- Schakel hiervoor de laserstraal met de schakelaar (36) in.
 - Lijn uw markering op het werkstuk op het midden van de laserlijn uit.
 
Aanwijzing: Controleer vóór het zagen of de zaaglijn nog correct wordt aangegeven. De laserstraal kan bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief gebruik versteld worden.
Maximale werkstukken:
Horizontale verstekhoek  | Verticale verstekhoek  | Hoogte x breedte [mm]  | 
|---|---|---|
0°  | 0°  | 90 x 310  | 
45°  | 0°  | 90 x 210  | 
0°  | 45° (links)  | 45 x 310  | 
45°  | 45° (links)  | 45 x 210  | 
0°  | 45° (rechts)  | 35 x 310  | 
45°  | 45° (rechts)  | 35 x 210  | 
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de meegeleverde lijmklem (20) links of rechts van het zaagblad kunnen worden vastgezet): 130 x 50 mm (lengte x breedte)
Maximale zaagdiepte (0°/0°): 90 mm
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte kunt u de lengte-aanslag (26) gebruiken.
- Draai de klemschroef (57) los en verschuif de lengte-aanslag (26) in de geleiderail (58) naar de gewenste werkstuklengte.
 - Draai de klemschroef (57) weer vast.
 
Langere werkstukken:
- Draai de vleugelschroef (59) los en trek de geleiderail (58) tot aan de aanslag naar buiten.
 - Draai de vleugelschroef (59) weer vast.
 - Stel de lengte-aanslag (26) op de gewenste werkstuklengte in.
 
Zagen zonder lengte-aanslag:
- Draai de klemschroef (57) los en schuif de lengte-aanslag (26) in de geleiderail (58) helemaal naar buiten.
 - Draai de lengte-aanslag 90°, zodat deze gelijk met de aanslagrail (18) ligt.
 - Draai de klemschroef (57) weer vast.
 
De diepteaanslag moet versteld worden, wanneer u een groef wilt zagen.
- Draai de diepteaanslag (22) naar buiten.
 - Draai de gereedschaparm aan de handgreep (5) in de gewenste positie.
 - Verdraai de afstelschroef (23) tot het schroefuiteinde de diepteaanslag (22) raakt.
 - Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
 
De inlegplaat (10) kan na langer gebruik van het elektrische gereedschap slijten.
Vervang een defecte inlegplaat.
- Zet het elektrische gereedschap in werkstand.
 - Draai de schroeven (60) er met een gangbare kruiskopschroevendraaier uit en verwijder de oude inlegplaat (10).
 - Plaats de nieuwe inlegplaat en schroef de schroeven (60) weer vast.