Gebruikersinterface
De gebruikersinterface (9) dient voor het kiezen van de werkmodus en voor het aanduiden van de toestand van het elektrische gereedschap.
Toestandsaanduidingen
Aanduiding status elektrisch gereedschap (14) | Betekenis/oorzaak | Oplossing |
|---|---|---|
− | Elektrisch gereedschap is uitgeschakeld | − |
Groen | Elektrisch gereedschap is ingeschakeld en klaar voor gebruik | – |
Geel | Kritieke temperatuur van de elektronica bereikt. | Het elektrische gereedschap onbelast laten draaien en afkoelen tot de aanduiding (14) weer groen brandt |
Geel
| Regelmatig onderhoud van het elektrische gereedschap moet worden uitgevoerd | Schakel het elektrische gereedschap direct uit en stuur het op naar de klantenservice. |
Rood | Elektrisch gereedschap is oververhit. | Laat het elektrische gereedschap afkoelen. |
Nulspanningsbeveiliging is geactiveerd. | Elektrisch gereedschap uitschakelen en stroomvoorziening weer tot stand brengen. Daarna elektrische gereedschap weer inschakelen. | |
Vastzetknop in de modus „Hameren“ bediend | Vastzetknop opnieuw indrukken | |
Draaistopschakelaar tijdens gebruik bediend | Elektrisch gereedschap uit- en weer inschakelen | |
Algemene fout |
Blijft de fout bestaan:
| |
Rood knipperend
| Sneluitschakeling is geactiveerd. | Vastzetknop indrukken en aan/uit-schakelaar loslaten |
De aanduiding onderhoud (12) gaat uit zodra het onderhoud werd uitgevoerd.
Door 5 seconden lang op de knop Reset (15) te drukken kan de melding over het geplande onderhoud worden gereset.
Werkmodus kiezen
Druk zo vaak op de toets (16) voor het kiezen van de werkmodus tot de door u gewenste werkmodus oplicht.
Functies | |
|---|---|
| Werkmodus 100 %: |
| Werkmodus 80 %: |

